Het Slachtofferfonds: voor wie, wanneer, wat en hoe?

Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden of hun verwanten kunnen -onder bepaalde voorwaarden- een financiële hulp aan het Slachtofferfonds (of voluit: Fonds voor Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Geweldmisdrijven en de Occasionele Redders) vragen. Wanneer de dader bijvoorbeeld onbekend is of onvermogend blijkt, draagt de Belgische Staat bij tot het vergoeden van de slachtoffers.
Vooraleer u als slachtoffer aanspraak kan maken op deze steun moet er aan een aantal voorwaarden voldaan zijn.
Wij lijsten ze graag voor u op.

Voor wie?

Niet elk slachtoffer maakt aanspraak op een bijdrage. Enkel personen die ernstige lichamelijke of psychische schade ondervinden als gevolg van opzettelijke gewelddaden – waarvan ook verschillende zedenmisdrijven een voorbeeld zijn – komen in aanmerking.
Ook personen die schade lijden bij het bieden van hulp aan een slachtoffer van een gewelddaad of aan een slachtoffer dat zich in levensgevaar bevindt, maken aanspraak op een bijdrage.
Slachtoffers van verkeersmisdrijven of vermogensdelicten, zoals een diefstal, worden uitgesloten.

Wanneer?

De daad waarvan men het slachtoffer wordt moet in België gepleegd zijn en het resultaat van de daaropvolgende strafrechtelijke procedure moet vaststaan, of het nu gaat om een sepot wegens het niet kunnen identificeren van de dader of om een definitieve veroordeling van de dader (alhoewel er uitzonderingen bestaan op deze laatste voorwaarde).
Bovendien moet het slachtoffer geprobeerd hebben om een schadevergoeding te bekomen van de dader, ingeval die uiteraard bekend is.
Als diezelfde dader echter onvermogend blijkt, komt het Fonds alsnog tussen, tenzij het slachtoffer op een andere manier een schadevergoeding kan bekomen, via diens verzekering bijvoorbeeld.

Wat?

Er bestaan vier verschillende categorieën van hulp door het Slachtofferfonds: hoofdhulp, noodhulp, aanvullende hulp en uitzonderlijke hulp.

Hoofdhulp is de bijdrage die de geleden schade dekt.
In het kader van noodhulp wordt een bijdrage toegekend ook al is het resultaat van de strafprocedure nog niet gekend. Omdat er in sommige gevallen nood is aan onmiddellijke hulp die niet uitgesteld kan worden zonder een negatieve impact.
Aanvullende hulp kan aangevraagd worden indien de schade, waarvoor men hoofdhulp heeft verkregen, binnen de tien jaar is toegenomen.
En uitzonderlijke hulp betreft, zoals de naam reeds doet vermoeden, een uitzondering in het kader waarvan men om aanvullende hulp kan verzoeken, zelfs na het verstrijken van een periode van tien jaar.

Hoe?

Aanvragen om een bijdrage te bekomen moeten bij de relevante commissie in Brussel ingediend worden, samen met verschillende bewijsstukken.Het secretariaat stelt vervolgens een verslag op, waarover opmerkingen gemaakt kunnen worden door het slachtoffer, diens advocaat en/of de (afgevaardigde van de) Minister van Justitie.
Er kan eventueel door het slachtoffer een getuigenis afgelegd worden voor de eigenlijke commissie, hierbij kan het slachtoffer zich laten bijstaan door een advocaat.
Vervolgens start de commissie een onderzoek en wordt de beslissing uiteindelijk per post verstuurd.
Indien de beslissing in strijd is met de wet, kan er beroep aangetekend worden bij de Raad van State.

Wenst u hierover meer informatie, neem dan gerust contact met ons op info@bannister.be of 03/369.28.00.

10 november 2020