Nieuwe wetgeving omtrent het gebruik van bodycams door de politie

Sinds 20 januari 2024 zijn er eindelijk duidelijke wettelijke regels in werking getreden voor het gebruik van bodycams door de politie. Deze bodycams worden al veel langer gebruikt, maar pas recent werd de Wet op het Politieambt gewijzigd om een specifiek wettelijk kader te bieden voor het gebruik van deze bodycams. Voorheen werden deze camera’s onder de algemene regels van de camerabewaking door politie geplaatst, maar de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken oordeelden dat gerichte regelgeving op zijn plaats was.

Het doel van de bodycam is om minder betwistingen te hebben na interventies door de politie. Evident werkt dit in beide richtingen. Enerzijds zijn er de betwistingen over geweld of gedrag ten aanzien van de politie, anderzijds ontstaan er ook betwistingen over het optreden door de politie bij sommige interventies. De bodycam biedt dan ook bescherming aan zowel de politie, als de burgers.

De bodycam kan enkel gebruikt worden bij interventies, het is dus niet de bedoeling dat deze continu opneemt. Het gebruik van de bodycam is aan verschillende regels onderworpen.

Zo moet de bodycam duidelijk zichtbaar zijn, het mag niet gaan om een verborgen camera. Ook moet de politieagent in kwestie een mondelinge waarschuwing geven dat hij of zij de camera gaat activeren. Enkel wanneer dit de interventie zou schaden of het praktisch onmogelijk is om iedereen te waarschuwen – bijvoorbeeld bij een grote manifestatie – geldt deze waarschuwingsplicht niet. De politie kan de bodycam enkel gebruiken wanneer daar een goede reden toe is, zoals een heftige discussie, gebruik van geweld of dwang, gevaarlijke situaties of bij de vaststelling van een misdrijf.

Een burger kan nooit eisen dat een bodycam wordt uitgezet. Evenwel kan de burger wel vragen dat een bodycam net wordt ingeschakeld. De politie moet bij een dergelijk verzoek van de burger in principe altijd ingaan op deze vraag, tenzij hierdoor de interventie wordt belemmerd. Tot slot moet in het proces-verbaal van de interventie steeds uitdrukkelijk vermeld staan of er gebruik van de bodycam werd gemaakt. Indien het gebruik uitdrukkelijk werd geweigerd moet dit ook worden vermeld in het proces-verbaal, alsook de reden waarom dit werd geweigerd.

De beelden van de bodycam worden minstens 30 dagen en maximaal 1 jaar bewaard. De politieagent in kwestie kan nooit zelf beslissen over het al dan niet wissen van deze beelden. De burger kan evenwel ook niet zomaar de beelden opvragen. De beelden kunnen gebruikt worden om een gedetailleerd proces-verbaal mee op te stellen. Maar ze kunnen ook gebruikt worden als bewijsstuk (overtuigingsstuk) in een strafonderzoek. In dat geval worden de beelden toegevoegd aan het strafonderzoek en worden ze wel beschikbaar voor de betrokkenen.

De politiekorpsen mogen zelf beslissen of ze gebruik maken van een bodycam. Er is geen verplichting daartoe. Evenwel zouden deze bodycams veel discussies kunnen voorkomen. Zowel richting de politie, als richting de burger. Daarnaast kan de loutere aanwezigheid van de bodycam er al voor zorgen dat een situatie niet escaleert. Het kan ervoor zorgen dat mensen zich niet misdragen, omdat ze weten dat het gefilmd wordt.

Heeft u nog bijkomende vragen of wordt u geconfronteerd met moeilijkheden, kan u steeds contact opnemen met ons kantoor.