Vermeende witwasser wordt (blijkbaar) aanklager

Op 20 februari 2021 schreef De Tijd dat het Luikse gerecht een onderzoek voert naar honderden miljoenen euro’s verdacht geld van een Waalse familie die decennialang voor en met de wapenfabrikant FN Herstal heeft gewerkt.

Meer specifiek zou het parket, na een melding via de antiwitwascel, een onderzoek voeren naar de eventueel illegale oorsprong van diezelfde euro’s, aangezien net zo’n illegale herkomst noodzakelijk is vooraleer er sprake kan zijn van witwassen.

Illegale oorsprong

Het artikel uit ons Strafwetboek dat betrekking heeft op witwassen verwijst consequent naar – onder andere – het omzetten, overdragen of bewaren van “de zaken die bedoeld zijn in artikel 42, 3°”.

Dat artikel verwijst op zijn beurt naar “vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en de inkomsten uit de belegde voordelen”.

Het staat dus vast dat de vermogensvoordelen – zoals gelden, maar ook fiscale voordelen – afkomstig dienen te zijn van een misdrijf, vooraleer er sprake kan zijn van een witwasmisdrijf.

Omkering van de bewijslast

Opmerkelijk is weliswaar dat het basismisdrijf – waaruit die gelden zouden zijn voortgekomen – niet tegelijkertijd vervolgd moet worden. Het basismisdrijf moet zelfs niet geïdentificeerd worden.

Meer nog, het Openbaar Ministerie dient niet eens concreet te bewijzen dat diezelfde vermogensvoordelen op illegale wijze verkregen zijn, ondanks het vermoeden van onschuld en het feit dat de bewijslast eigenlijk bij het parket hoort te liggen.

Integendeel, het parket moet volgens de geldende rechtspraak enkel nog aantonen dat de voordelen geen legale oorsprong kunnen gehad hebben.

Met andere woorden, het Openbaar Ministerie moet niet langer concreet aantonen dat de betrokken voordelen illegaal verkregen zijn. Het moet enkel een vermoeden kunnen hardmaken dat de voordelen waarschijnlijk niet op een legale wijze bekomen zijn.

Niet verwonderlijk heeft deze bewijsstandaard er in de praktijk toe geleid dat het momenteel aan de beklaagde is om het bewijs te leveren van de legale herkomst van de voordelen. Minstens moet de beklaagde bewijzen dat er twijfel bestaat over die zogezegd illegale herkomst.

Omwille van deze – zacht uitgedrukt – ongunstige positie, is het dan ook aangewezen om steeds bewijsstukken te bewaren van waar en waarom u grotere sommen heeft verkregen, om ongegronde beschuldigingen te voorkomen.

Hoewel het natuurlijk nog steeds de vraag blijft waarom een situatie zoals deze niet zou leiden tot een schending van het vermoeden van onschuld of een ongeoorloofde omkering van de bewijslast…

Wenst u hierover meer informatie, neem dan gerust contact met ons op info@bannister.be of 03/369.28.00.

21 februari 2021