Postbusfirma’s binnenkort ten dode opgeschreven?

Op 22 december 2021 heeft de Europese Commissie concrete stappen ondernomen ter bestrijding van het oprichten van postbusfirma’s om belastingen te ontwijken of ontduiken.

Meer specifiek heeft de Commissie een voorstel ingediend dat in grote lijnen inhoudt dat verschillende (fiscale) voordelen worden ontnomen van postbusfirma’s. Of dat ze zelfs gestraft kunnen worden, om zo hun oprichters te ontmoedigen.  

Reden en doelen voorstel

De reden en het doel van het voorstel zijn allebei terug te leiden tot bepaalde karakteristieken van de postbusfirma’s zelf.

Postbusfirma’s zijn namelijk juridische entiteiten zonder minimale inhoud en economische activiteit, die gebruikt worden voor oneigenlijke belastingdoeleinden, zoals belastingontduiking en -ontwijking.

Er kunnen zeker geldige redenen zijn voor het gebruik van dergelijke entiteiten. Maar toch is er behoefte aan verdere maatregelen om bepaalde situaties aan te pakken. Situaties waarin belastingplichtigen hun fiscale verplichtingen ontduiken of handelen in strijd met het eigenlijke doel van de belastingwetgeving door misbruik te maken van ondernemingen die geen echte economische activiteit verrichten.

Het resultaat van dergelijke situaties is namelijk dat de totale -door de belastingplichtigen verschuldigde- belasting lager uitvalt. Dit leidt op zijn beurt dan weer tot een verschuiving van de belastingdruk ten koste van eerlijke belastingplichtigen.

Als deze situaties niet effectief worden aangepakt, creëren zij een klimaat van oneerlijke belastingconcurrentie en oneerlijke verdeling van de belastingdruk.

Indicatoren en mogelijkheid tot betwisting

De voorgestelde nieuwe maatregelen zullen transparantienormen vaststellen voor het gebruik van postbusfirma’s, zodat het misbruiken daarvan gemakkelijker door de belastingautoriteiten kan worden opgespoord. Aan de hand van een aantal objectieve indicatoren met betrekking tot inkomen, personeel en bedrijfsruimte zal het voorstel de nationale belastingautoriteiten helpen om entiteiten die louter op papier bestaan, op te sporen.

Het dient wel opgemerkt te worden dat entiteiten die niet aan alle inhoudelijke indicatoren voldoen, nog altijd de mogelijkheid zullen hebben om het vermoeden dat zij een lege vennootschap zijn, te weerleggen. Zij zullen in dat opzicht aanvullend bewijsmateriaal moeten voorleggen, zoals gedetailleerde informatie over de commerciële, niet-fiscale reden van hun vestiging, het profiel van hun werknemers en het feit dat de besluitvorming plaatsvindt in de lidstaat van hun fiscale woonplaats.

Sancties en inwerkingtreding

Indien een vennootschap definitief als een lege vennootschap wordt beschouwd, zal zij in de eerste plaats geen aanspraak meer kunnen maken op belastingvermindering.

Daarnaast stelt de Commissie voor dat de verschillende lidstaten sancties bepalen die opgelegd kunnen worden ingeval bedrijven niet voldoen aan, bijvoorbeeld, de verplichting om meer informatie mee te delen. Die straffen zullen zowel effectief en ontradend als proportioneel moeten zijn.

Of die sancties administratiefrechtelijk of strafrechtelijk zullen zijn, wordt nog in het midden gelaten, hoewel de Europese Commissie alvast vooropstelt dat minstens een administratiefrechtelijke sanctie moet voorzien worden ten bedrage van 5% van de omzet van de firma.

Van zodra de lidstaten een akkoord bereiken, zou de voorgestelde Richtlijn op 1 januari 2024 in werking treden.

Wenst u hierover meer informatie? Neem dan contact met ons op via info@bannister.be of 03/369.28.00.