Contactez nous
Table des matières

De zaak Borsato: is een veroordeling mogelijk ingeval van woord-tegen-woord?

De zaak rondom Marco Borsato houdt zowel Nederland als België in zijn greep. Net zoals in veel zedenzaken, gaat het ook in de zaak Borsato om een woord-tegen-woord situatie. Bijgevolg roept deze zaak – los van de emoties en publieke opinie – een fundamentele vraag op: kan iemand uitsluitend op basis van een verklaring van het slachtoffer worden veroordeeld?

Bewijslast en het vermoeden van onschuld

De thans voorliggende vraag betreft een kwestie van bewijsrecht. Het bewijs moet principieel geleverd worden door het openbaar ministerie. Hierbij moet het OM zich loyaal opstellen: ze moet zowel bewijzen verzamelen in het voordeel (zgn. bewijzen à décharge), als in het nadeel van de verdachte (zgn. bewijzen à charge).

Dit houdt nauw verband met het vermoeden van onschuld: in geval van gerede twijfel, moet de verdachte vrijgesproken worden. Men zou bijgevolg denken dat wanneer twee verklaringen lijnrecht tegenover elkaar staan, bij gebrek aan andere bewijsmiddelen, moet worden besloten tot de vrijspraak. Immers, in die gevallen zal veelal sprake zijn van gerede twijfel. Zo eenvoudig is het evenwel niet.

Het vrije bewijsstelsel

In België is het bewijs in strafzaken onderworpen aan het vrije bewijsstelsel. Dit betekent dat de rechter de bewijswaarde van de verschillende bewijselementen vrij beoordeelt, mits deze op regelmatige wijze zijn ingewonnen en aan de tegenspraak zijn onderworpen. In tegenstelling tot burgerlijke zaken voorziet de strafwet dus in principe geen hiërarchie tussen verschillende bewijselementen.

De geloofwaardigheid van de verklaringen is dan ook een belangrijk element bij de waardering van het bewijs door de rechter. Enkel aan geloofwaardige verklaringen kan immers bewijswaarde toekomen.

De beoordeling van de geloofwaardigheid

De geloofwaardigheid van verklaringen wordt beoordeeld aan de hand van verschillende elementen. Deze beoordeling zal sterk verschillen per geval, afhankelijk van de concrete omstandigheden. De volgende factoren spelen een rol bij de beoordeling van de geloofwaardigheid:

  • Details: gedetailleerde verklaringen worden doorgaans als meer betrouwbaar beschouwd. Verklaringen met verschillende overbodige of ongewone details worden algemeen geloofwaardiger geacht dan abstracte verklaringen.
  • Interne consistentie: wanneer iemand zichzelf herhaaldelijk tegenspreekt op belangrijke punten, zal de strafrechter de verklaringen als ongeloofwaardig beschouwen. Omgekeerd zal de rechter meer bewijswaarde toekennen aan verklaringen die zichzelf nooit tegenspreken.
  • Externe consistentie: wanneer bepaalde punten van een verklaring bevestigd worden door objectieve bewijsstukken, zal ook aan de rest van de verklaring meer geloofwaardigheid toekomen.
  • De onthullingswijze: wanneer de feiten op een oprechte wijze ter kennis werden gebracht van politie en/of justitie, zal dit ook meespelen in de beoordeling.
  • Leugens: wanneer de verhoorde persoon betrapt wordt op leugenachtige verklaringen, verliezen diens verklaringen omtrent andere elementen geloofwaardigheid.
  • Zelfincriminerende verklaring: hoewel er geen absolute bewijswaarde toekomt aan bekentenissen, beschouwen strafrechters dergelijke verklaringen wel regelmatig als geloofwaardig.

Deze lijst van criteria is niet limitatief. De strafrechter zal telkens in concreto beoordelen in welke mate de verklaringen hem kunnen overtuigen. Het staat de rechter bovendien vrij om de partijen en getuigen zelf ter zitting te verhoren om hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid in persoon te beoordelen.

Geloofwaardigheidsonderzoek door deskundigen

Partijen kunnen ook een deskundigenonderzoek verzoeken, waarbij een expert een geloofwaardigheidsonderzoek zal uitvoeren. Bij dergelijk onderzoek wordt een deskundige aangesteld die op basis van verschillende criteria een advies zal opstellen omtrent de geloofwaardigheid van een bepaalde verklaring. Hoewel de rechter niet gebonden is door het verslag van de deskundige, vormt dit wel een belangrijke ondersteuning bij de beoordeling van het bewijs.

Toepassing in de zaak Borsato

Ook in de zaak Borsato gaat het grotendeels om een woord-tegen-woord situatie. Delen van de verklaringen van het slachtoffer worden echter ondersteund door bewijs van dagboekfragmenten, chat- en opgenomen gesprekken. Deze gesprekken zouden evenwel voor interpretatie vatbaar zijn, aangezien de verdachte niet uitdrukkelijk de hem ten laste gelegde feiten heeft bekend.

De heer Borsato deed ter zitting uitspraken die stof deden opwaaien in de pers. Zo benadrukte hij dat er binnen het gezin erg los werd omgegaan met seksueel getinte uitspraken en naaktheid. Dergelijke uitspraken werden hem vanwege de victim blamende ondertoon niet in dank afgenomen door het openbaar ministerie. Bij victim blaming wordt de indruk gegeven dat het slachtoffer zelf schuld zou treffen voor hetgeen hem of haar is overkomen. Aangezien een dergelijke houding vaak van een gebrek aan schuldinzicht getuigt, kan de rechter – indien de feiten bewezen worden verklaard – hier ook rekening mee houden bij de straftoemeting.

Er zijn dus, naast de verklaringen in het strafdossier, ook bijkomende bewijselementen voorhanden. Het is aan de rechter om deze elementen te interpreteren en met elkaar te vergelijken.

Nederlandse wetgeving versus Belgische

In deze concrete casus is het Nederlands bewijsrecht van toepassing. In tegenstelling tot België geldt er een bewijsminimum, wat betekent dat minstens twee bewijsmiddelen voorhanden moeten zijn voordat de rechter de beklaagde kan veroordelen. Er moeten dus, naast de verklaring van het slachtoffer, ook andere bewijsmiddelen zijn die deze verklaring ondersteunen.

In de voorliggende zaak zullen de opgenomen gesprekken en het dagboekfragment vermoedelijk aan de voorwaarde van het bewijsminimum voldoen. Desalniettemin blijft de vraag of het aangedragen bewijs zal volstaan om de rechters te overtuigen van de schuld.

Conclusion

Een veroordeling is mogelijk, ook in een woord-tegen-woord situatie. Het is aan de rechter om de bewijzen vrij te beoordelen en zijn innerlijke overtuiging te vormen. Ook in de zaak Borsato zal het aan de rechters zijn om te beoordelen of er voldoende bewijs is om het vermoeden van onschuld te weerleggen.

Lire aussi