Contact us
Table of contents

Wilfried: “Hoe mijn vader en het recht mijn leven vormden.”

“Hoe mijn vader en het recht mijn leven vormden”

Dat is ongetwijfeld mijn vader geweest, die, net als ik, helemaal groot is geworden in het sociaal recht. Hij was de zoon van een smid zonder middelbaar diploma, maar dankzij de voorspraak van een onderpastoor van de Sint-Antoniuskerk in Antwerpen mocht hij naar Leuven om te studeren, nadat hij een examen had afgelegd om een diploma te halen en wat Latijn te leren. Ik herinner me nog dat hij de Latijnse teksten uit de Carmina Burana van Carl Orff vertaalde, een muziekstuk met een orkest en slaginstrumenten.

Mijn vader was eerst advocaat, daarna ambtenaar bij een federale pensioendienst, vervolgens hoofd van de juridische dienst bij de CM, en later ging hij naar het arbeidshof te Antwerpen en daarna naar het hof van cassatie. Zo ben ik van jongs af aan vertrouwd geraakt met het sociaal recht. Hij had een bibliotheek, werkte hard, en gaf ook les, onder meer aan de Economische Hogeschool en Sint-Aloysius in Brussel. De liefde voor het recht en het lesgeven heb ik duidelijk van hem geërfd.

Zelf was ik eerder geschikt voor het juridische pad. Algebra ging nog, maar de wiskundige integralen en differentiaalrekening waren minder mijn ding. Mijn vader was progressief en vond dat ik geen Latijn moest studeren, dus koos ik voor economie. Toch bleef het recht altijd trekken, vooral het sociaal recht. Later werd mijn vader redacteur van het Rechtskundig Weekblad, waar ik nu hoofdredacteur van ben.

Zo ben ik in Antwerpen gaan studeren. Na mijn doctoraat was er geen plaats aan de universiteit, en ben ik advocaat geworden bij kantoor Van Goethem waar ook de latere stafhouders Buyssens en Crauwels werkten. Op een gegeven moment vroeg kantoorgenoot, Michael Faure, of ik professor arbeidsrecht wilde worden in Maastricht. Ondanks het pendelen van 800 tot 1000 kilometer per week, was het een prachtige ervaring. Het was een totaal andere cultuur, en ik genoot van het lesgeven, het examenwerk en de contacten met studenten. Daarna maakte ik een carrièreswitch naar de Vrije Universiteit van Brussel, waar ik in lang vervlogen tijden de toenmalige bijzondere licentie sociaal recht heb gevolgd. Ik heb veel vakken gedoceerd in de sociaalrechtelijke hoek, en op een bepaald moment ben ik zelfs verkozen tot decaan.

Ik ben dan verplicht gepensioneerd op 65 jaar, en dan hebben ze mij hier bij Bannister gevraagd of ik niet wilde terugkeren naar de advocatuur. En dus nu ben ik terug advocaat en combineer ik dat met mijn werk als hoofdredacteur van het Rechtskundig Weekblad. Bovendien ben ik nog voorzitter van een administratieve beroepsinstantie in het onderwijs, namelijk de kamer van beroep voor het onderwijzend personeel van het gemeentelijk en provinciaal onderwijs.

Also read