Het begin van Bannister Sociaal Recht: Meester Maxim Korthoudt over hoe hij een volwaardig departement opbouwde.
Na weken van slapeloze nachten besloot ik ervoor te gaan. Wie niet waagt, niet wint, toch?
Maxim Korthoudt
In 2019 had ik net mijn stage afgerond en kreeg ik de vraag die zowel spannend als doodeng was: een eigen afdeling in sociaal recht uitbouwen. Een kans die je niet elke dag krijgt, maar ik had ook mijn twijfels. Was ik er klaar voor? Had ik wel genoeg ervaring? Na weken van slapeloze nachten besloot ik ervoor te gaan. Wie niet waagt, niet wint, toch?
Het begin was pittig. Ik kwam op een nieuw kantoor met onbekende collega’s. Er was geen klantenbestand, geen structuur en niemand om mee te sparren. Alles begon bij nul. Ik schreef mijn eigen websiteteksten, zocht naar cliënten en bouwde aan een reputatie. Dat ging traag, maar gestaag. En net toen we na vier maanden op stoom kwamen, brak corona uit.
Die eerste maanden van de pandemie waren mentaal zwaar. Ik zat alleen in mijn appartement in Antwerpen. Geen sociaal contact, nauwelijks werk en een wereld die stilstond. Toch krabbelde ik op. Vanaf mei 2020, toen de maatschappij weer langzaam opende, begon de bal echt te rollen. Wat in die periode essentieel bleek, was geduld. Succes komt niet van de ene op de andere dag. Door consistent te blijven werken aan een strategie—van marketing tot netwerkuitbreiding—begon ik stap voor stap een solide basis te leggen.
Van een eenmansafdeling naar een bloeiend departement met één voor één talentvolle en gedreven mensen. Dat is een reis waar ik ongelooflijk trots op ben en in de toekomst wil blijven doorzetten.
Maxim Korthoudt
De uitdagingen die ik overwon, waren waardevolle lessen. Bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om flexibel te blijven, zelfs als alles tegenzit. Toen we opnieuw mochten opstarten, richtte ik me niet alleen op individuele cliënten, maar ook op bedrijven. Het schakelen tussen verschillende soorten dossiers heeft me zowel als advocaat en als teamleader gevormd.
Vandaag, zes jaar later, zijn we met een team van vier advocaten én 1 jurist en bedienen we zowel particulieren als kmo’s. Dat voelt als een enorme overwinning. Maar wat me misschien nog het meest bijblijft, is hoe we als team gegroeid zijn. Van een eenmansafdeling naar een bloeiend departement met één voor één talentvolle en gedreven mensen: dat is een reis waar ik ongelooflijk trots op ben en in de toekomst wil blijven doorzetten. Terugkijkend ben ik dankbaar voor de kans en de uitdagingen die op mijn pad kwamen. Niet elke dag is rozengeur en maneschijn, maar de voldoening is onbetaalbaar. En dat had ik voor geen goud van de wereld willen missen.
