Pleegzorger worden: waar moet je rekening mee houden?
Van 18 november tot en met 27 november is het de Week van de Pleegzorg 2022: hét moment om pleegzorg extra in de kijker te zetten. Vandaag wonen in Vlaanderen meer dan 8.000 kinderen in een pleeggezin. Wat zijn de rechten van de juridische ouders? Welke bescherming genieten de pleegzorgers? De familierechtspecialisten bij Bannister-advocaten zetten graag één en ander op een rijtje.
Ten geleide
Op 1 september 2017 trad de wet tot wijziging van de wetgeving tot invoering van een statuut voor pleegzorgers in werking. Deze wet kwam tot stand vanuit de aanhoudende groei in de vraag naar pleegzorg terwijl er weinig juridische omkadering bestond. Deze recente wet tekent dan ook het burgerrechtelijk statuut voor pleegzorgers uit en regelt de weerslag op de aspecten van het ouderlijk gezag van de juridische ouders.
Pleegzorg wordt door de wet omschreven als “de zorg waarbij een pleegzorger, een meerderjarige natuurlijke persoon, vrijwillig, onder begeleiding van een dienst voor pleegzorg en tegen onkostenvergoeding binnen het eigen gezin, één of meerdere pleegkinderen en/of pleeggasten opvangt”. Hierbij is het niet de bedoeling de ouders van het kind te vervangen, maar wel om een tijdelijke oplossing te bieden waarbij een aantal bevoegdheden van het ouderlijk gezagworden overgedragen aan de pleegzorgers.
Rechten en plichten van ouders en pleegzorgers
- Fundamentele opvoedingsbeslissingen – De juridische ouders behouden de bevoegdheid om belangrijke opvoedingsbeslissingen te nemen. Wanneer u ouder bent van een kind dat in een pleeggezin verblijft, mag u dus belangrijke beslissingen blijven nemen over de gezondheid, de opvoeding, de opleiding, de ontspanning en de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes van het kind. (cf. artikel 387 quinquies, tweede lid oud BW).
Merk op dat deze beslissingsbevoegdheid zich enkel uitstrekt tot de belangrijke opvoedingsbeslissingen zoals bijvoorbeeld over de vraag of een zware medische ingreep mag plaatsvinden, welke studierichting het kind zal volgen op school, enzovoort.
- Verblijfsrecht en dagdagelijkse opvoedingsbeslissingen – Gedurende de periode van plaatsing oefenen de pleegzorgers het verblijfsrecht uit (cf. artikel 387 quinquies, eerste lid oud BW). Met andere woorden komt het recht om het kind bij zich te houden toe aan de pleegzorgers.
Daarnaast kent de wet aan pleegzorgers de bevoegdheid toe om dagdagelijkse opvoedingsbeslissingen over het kind te nemen. Een en ander moet hen toelaten het kind te kunnen opvoeden zonder steeds te moeten terugkoppelen naar de juridische ouders. De parlementaire voorbereiding reikt hiertoe het bepalen van het slaapuur, het standaard doktersbezoek en het eetpatroon aan als voorbeeld.
- Belangrijke beslissingen bij dringende noodzakelijkheid – Zoals reeds aangehaald worden in principe de belangrijke opvoedingsbeslissingen genomen door de juridische ouders. De wet voorziet hierop echter een uitzondering bij dringende noodzakelijkheid. In geval van dringende noodzakelijkheid komt de bevoegdheid om belangrijke beslissingen te nemen toe aan de pleegzorgers. Deze laatsten stellen de juridische ouders dan wel onverwijld in kennis van de door hen genomen beslissing.
U voelt aan dat het onderscheid tussen belangrijke opvoedingsbeslissingen – waarvoor de juridische ouders bevoegd zijn – en belangrijke beslissingen bij dringende noodzakelijkheid – waarvoor de pleegzorgers bevoegd zijn – weinig duidelijk is en aldus een interpretatiekwestie uitmaakt. Het is daarom noodzakelijk u nauwgezet te laten adviseren vooraleer u een bepaalde beslissing maakt. Bij gebrek aan overeenstemming tussen de juridische ouders en de pleegzorgers zal deze betwisting immers moeten worden voorgelegd aan de familierechtbank, dewelke zal oordelen wie de uiteindelijke beslissing mag nemen.
Delegatie in onderling akkoord van de bevoegdheid om belangrijke beslissingen te nemen, los van dringende noodzakelijkheid
Ondanks bovenstaande kunnen de juridische ouders of de voogd van het kind in situaties buiten dringende noodzakelijkheid beslissingsbevoegdheid over het kind delegeren aan de pleegzorgers. Deze delegatie geschiedt schriftelijk en met tussenkomst van het bevoegde orgaan voor pleegzorg.
De overeenkomst vermeldt uitdrukkelijk de rechten en plichten die worden gedelegeerd aan de pleegzorgers en bepaalt de modaliteiten van uitoefening tussen de ouders en de pleegzorgers van de gedelegeerde bevoegdheden. Nadien wordt de overeenkomst ter homologatie voorgelegd aan de familierechtbank, dewelke de homologatie slechts kan weigeren ingeval de overeenkomst in strijd is met het belang van het kind.
Merk op dat je als juridische ouders je slechts je beslissingsbevoegdheid delegeert. Dat wil zeggen dat je op geen enkel moment het ouderlijk gezag verliest. Je kan enkel tijdelijk bepaalde beslissingsbevoegdheden niet uitoefenen.
Tenslotte, zo’n delegatie kan betrekking hebben op belangrijke opvoedingsbeslissingen en op het beheer van de goederen van het pleegkind, maar niet op de beslissingsbevoegdheid in verband met de rechten en plichten van de staat van de persoon van het kind. Denk bijvoorbeeld aan de bevoegdheid om in te stemmen met het huwelijk.
Recht op toezicht voor de ouders – De ouders of de voogd behouden het recht om toezicht uit te oefenen op de opvoeding van het kind, ongeacht of ze het ouderlijk gezag uitoefenen. Zij kunnen bij de pleegzorgers of bij derden alle nuttige informatie hieromtrent inwinnen en zich in het belang van het kind tot de familierechtbank wenden. (artikel 387undecies oud BW).
Persoonlijk contact voor de ouders – Pleegzorg is erop gericht het pleegkind zo snel mogelijk terug te laten keren naar zijn of haar oorspronkelijke gezin. Het is daarom belangrijk dat de band tussen de ouders en het kind blijft behouden. In het licht hiervan kent de wet aan de ouders het recht op persoonlijk contact toe, hetgeen slechts om ernstige redenen kan worden geweigerd.
De ouders en de pleegzorgers komen, met tussenkomst van het bevoegde pleegzorgorgaan, schriftelijk overeen op welke wijze het persoonlijk contact zal worden uitgeoefend. Het maken van deze afspraken is maatwerk. Er moet immers rekening worden gehouden met de mogelijkheden en de leefomstandigheden van eenieder. Bijvoorbeeld kan u aangewezen zijn op de dienstregeling van het openbaar vervoer, werkt u onregelmatige uren, oefenen de kinderen bepaalde hobby’s uit of wil u op een bepaalde dag een uitstap maken met de kinderen.
Deze overeenkomst kan ter homologatie aan de familierechtbank worden voorgelegd, maar dit vormt geen verplichting.
Bereiken de ouders en de pleegzorgers geen akkoord, dan legt de familierechtbank alsnog de modaliteiten van persoonlijk contact vast.
Persoonlijk contact voor pleegzorgers na beëindiging pleegzorg – Tenslotte hebben ook pleegzorgers na het beëindigen van de pleegzorg recht op persoonlijk contact met de pleegkinderen op grond van artikel 375bis oud BW. Wanneer het kind gedurende ten minste één jaar voortdurend bij hen was geplaatst, worden zij vermoed een bijzonder affectieve band met het kind te hebben. Zo niet moeten zij die band bewijzen. Het bewijs van een dergelijke band is een voorwaarde voor hen om zich op artikel 375bis te beroepen.
Vragen over pleegzorg? Neem contact op met onze familierechtspecialisten, zij kunnen u met hun uitgebreide expertise bijstaan.