Mini-taxshift – Een hervorming van de fiscale vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid

De zogenaamde “mini-taxshift” – een ingrijpende belastinghervorming – heeft een hele tijd op de tafel gelegen van Regering De Croo. Ondertussen keurde de Ministerraad de mini-taxshift goed en bevindt de mini-taxshift zich in het stadium van wetsontwerp.

De mini-taxshift voert heel wat nieuwe maatregelen door met betrekking tot de voortdurend in beweging zijnde arbeidsmarkt. Ook de fiscale vrijstelling voor nachtarbeid en ploegenarbeid werd door de mini-taxshift grondig aangepakt.

Wat houdt die fiscale vrijstelling voor nachtarbeid en ploegenarbeid in?


Een onderneming die werknemers tewerkstelt in een nachtregeling en/of een ploegenregeling – en zo vaak extra kosten maakt bovenop de loonkosten – kan onder bepaalde voorwaarden en na aangifte ervan, in aanmerking komen voor een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.

De werkgever zal, conform artikel 275/5 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, 22,80 % van de bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden op het loon, behouden.

    • Ploegenarbeid

Er is sprake van ploegenarbeid wanneer er in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers wordt gewerkt, de ploegen hetzelfde werk uitvoeren (zowel qua inhoud als qua omvang), de ploegen elkaar zonder onderbreking opvolgen en er geen overlapping is van meer dan één vierde van de dagtaak tussen de opeenvolgende ploegen. Als er hierbij ’s nachts wordt gewerkt, wordt dit ook als ploegenarbeid beschouwd.

Met het nieuwe wetsontwerp wordt er eveneens geen rekening meer gehouden met kleine onderbrekingen van 15 minuten of minder tussen opeenvolgende ploegen.

    • Nachtarbeid

Er is sprake van nachtarbeid wanneer prestaties worden geleverd tussen 20 uur en 6 uur, waarbij er niet in opeenvolgende ploegen wordt gewerkt.

    • De één derde-norm

De één derde-norm houdt in dat een onderneming slechts recht heeft op de fiscale vrijstelling indien werknemers minstens één derde van hun maandelijkse arbeidsduur in ploegen of ‘s nachts werken.

Tot op heden mochten de prestaties voor nacht- en ploegenarbeid worden samengeteld om te bepalen of de werknemer aan de één derde norm voldoet. Echter, vanaf 1 april 2022 komt hier verandering in en wordt de vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid opgesplitst in twee afzonderlijke vrijstellingen (dit is een vrijstelling voor ploegenarbeid en een vrijstelling voor nachtarbeid).

Wanneer een werknemer zowel nachtarbeid als ploegenarbeid verricht, dan mogen deze prestaties niet meer samengesteld worden om na te gaan of een werknemer aan de één derde-norm voldoet. Bovendien moet de één derde-norm sedert 1 januari 2022 berekend worden op uurbasis.

    • Minimumpremie

Om aanspraak te maken op de fiscale vrijstelling dient er bovendien een nacht- of ploegenpremie bovenop het contractuele uurloon worden betaald aan de betrokken werknemers.

Voorheen was er geen minimumbedrag vastgelegd. Het nieuwe wetsontwerp voorziet echter in een minimumtarief van 2 % voor ploegenarbeid en 12 % voor nachtarbeid. Deze percentages moeten worden berekend per te presteren uur.

Vanaf 1 april 2024 moet de toekenning van de premie worden opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement of de individuele arbeidsovereenkomst.

Conclusie

Een onderneming die werknemers tewerkstelt in een nachtregeling en/of een ploegenregeling en bovendien aan bovenstaande voorwaarden voldoet zal aanspraak maken op een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing van zo’n 22,80 %.

Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van de hervorming van de fiscale vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid staat momenteel gepland op 1 april 2022. Er geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2024.   

Wenst u meer informatie hierover of wilt u worden bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat? Neem dan gerust contact met ons op via info@bannister.be of via 03.369.28.00.