Mijn kind gaat verder studeren: wat is de impact op de onderhoudsbijdrage voor de kinderen tussen ex-partners?

Het is een vaak voorkomend misverstand dat een onderhoudsbijdrage voor de kinderen tussen ex-partners niet langer verschuldigd zou zijn vanaf het kind meerderjarig is geworden. Dit is namelijk niet altijd het geval. Het al dan niet verschuldigd zijn van de onderhoudsbijdrage voor kinderen tussen ex-partners hangt namelijk af van meerdere factoren. Indien uw kind bijvoorbeeld verder gaat studeren komen er wel aanzienlijke extra kosten bij kijken. In hoeverre blijft de plicht tot bijdrage dan bestaan? Zitten de extra kosten mee in de onderhoudsbijdrage en kan deze in dat geval verhoogd worden of is er een aparte regeling die deze kosten reguleert? In dit artikel geven we u een kort overzicht van de praktijk.


Onderhoudsbijdrage voor de kinderen na meerderjarigheid


De Belgische wet stelt in artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek dat de verplichting om bij te dragen voor het kind blijft doorlopen, indien de opleiding van het kind niet is voltooid. Dat betekent concreet dat u als ouder moet blijven bijdragen indien uw kind een verdere te studie aanvat. De verplichting tot bijdragen als ouder zal dus blijven bestaan tot het kind zelf in zijn eigen onderhoud kan voorzien via een eigen inkomen.

Betekent dit dan dat een kind tot in het oneindige kan verder studeren of herhaaldelijk kan falen, zonder dat aan de verplichting tot bijdragen wordt geraakt? Neen. In eerste instantie is het zo dat de studie van het kind een normale voortgang moet kennen, waarbij er voldoende ijver aan de dag moet gelegd worden door de student. Wat betreft het verder studeren na het behalen van een eerste einddiploma, is er wat meer nuance. Het principe is daarbij dat de plicht tot bijdragen vervalt, indien het kind een einddiploma heeft behaald, waarmee het kind voldoende kansen heeft om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Echter kan de plicht blijven bestaan, indien de verschillende diploma’s een onderlinge samenhang hebben en de nieuwe studie een normaal gevolg is van het behalen van het eerste diploma.

Wat met de extra kosten die verder studeren met zich meebrengt?

Stel dat u als ouder gedurende (een deel van) de minderjarigheid van uw kind steeds een onderhoudsbijdrage voor uw kind hebt betaald aan uw ex-partner en er een regeling was voor de buitengewone kosten van het kind, maar het kind gaat verder studeren wanneer het meerderjarig is. Hoe worden de extra kosten dan verdeeld tussen de ouders? Als de ouders in onderling overleg een regeling overeen kunnen komen, is er uiteraard geen probleem. De praktijk leert ons echter dat er wel wat discussie kan bestaan over welke kosten er net gemaakt worden en hoe deze verdeeld moeten worden tussen de ouders.

De kosten voor het inschrijvingsgeld en de cursussen voor de hogere studies, alsook de kosten verbonden aan de huur voor een studentenkamer, worden volgens de wet in principe ingedeeld in de categorie van de buitengewone kosten. Dit betekent dat deze kosten geen deel uitmaken van de onderhoudsbijdrage die een ouder zou betalen. Normaal gezien moet er dan tussen de ouders overeenstemming bestaan over deze zaken, opdat een bijdrage in deze kosten verplicht zal zijn.

Indien er voor aanvang van de hogere studies echter een all-in onderhoudsbijdrage voor het kind in werking was – dit is de bijdrage die een ouder betaalt voor letterlijke alle kosten verbonden aan het kind – dan zal het evenwel mogelijk zijn om een vordering bij de rechtbank in te stellen om zo de onderhoudsbijdrage te verhogen. Op die manier kan tegemoet gekomen worden aan de extra kosten die gemaakt worden voor de verdere studies.

Kort samengevat is het dus niet zo dat de verplichting tot betalen van een onderhoudsbijdrage voor het kind stopt, indien het kind meerderjarig is geworden. Hogere studies zorgen ervoor dat de verplichting blijft bestaan, doch niet tot in het onredelijke. Wat betreft de kosten verbonden aan deze studies zal een onderling overleg tussen de ouders de best werkbare oplossing zijn, maar indien er geen akkoord mogelijk is, kan de rechtbank geactiveerd worden om hier een beslissing over te maken.

Heeft u vragen over dit onderwerp of wenst u bijstand bij een procedure voor de familierechtbank, neem dan gerust contact op met ons op info@bannister.be of 03/369.28.00.