Mijn ex-partner leeft de verblijfsregeling niet na: wat nu?

Mijn ex-partner leeft de verblijfsregeling niet na: wat nu?

Het einde van een relatie kan voor de betrokken personen een enorm emotioneel beladen proces zijn, zeker indien er concrete oplossingen moeten gezocht worden om een regeling voor de minderjarige kinderen. De werkelijkheid toont immers aan dat een kind naar aanleiding van een relatiebreuk met een berg aan emoties zit, die niet steeds geuit kunnen worden. Een belangrijk aspect om tegemoet te komen aan die noden van minderjarige kinderen, is om een evenwichtige verblijfsregeling overeen te komen waar zowel de ouders als de kinderen zich goed bij voelen. In realiteit ligt het conflictgehalte na een relatiebreuk soms zo hoog, dat er geen overeenstemming bestaat over de verblijfsregeling. In dit artikel wordt toegelicht in welke mate verblijfsregelingen voor de minderjarige kinderen tot stand kunnen komen en wat mogelijke tools zijn om de naleving van die regeling af te dwingen.

**Overeenkomst versus rechterlijke beslissing

De wet laat de ex-partners in eerste instantie vrij om tot een overeenkomst over de verblijfsregeling te komen. Dit gaat namelijk uit van de principiële gedachte dat een verblijfsregeling gedragen en overeengekomen door beide ouders, de beste zou zijn voor de kinderen. Er bestaan verschillende trajecten voor ex-partners om tot een dergelijke minnelijke regeling te komen, zoals bijvoorbeeld via een erkend bemiddelaar of onderhandelingen via advocaten. Een oplossing bekomen via de minnelijke weg zal doorgaans voor minder conflict zorgen.

Indien de ex-partners niet tot een akkoord komen over de verblijfsregeling en er dus aanzienlijke problemen bestaan in de praktijk, kan een procedure opgestart worden voor de Familierechtbank om een verblijfsregeling te laten vaststellen door een rechter. Dan verschuift de situatie eerder naar een polariserende context, waarbij beide ex-partners hun argumenten en standpunten kenbaar maken aan de rechtbank om deze laatste ervan te overtuigen wat de beste verblijfsregeling voor de kinderen zou zijn. De rechter zal dan een beslissing maken op basis van de belangen van het kind en de concrete omstandigheden. Het nadeel aan deze procedure is dat de uiteindelijke beslissing niet noodzakelijk door beide ouders zal gedragen worden en het risico bestaat dat één van de ouders de verblijfsregeling niet wil naleven. Hoe men dan het hoofd moet bieden aan dergelijke scenario’s zal verder aan bod komen.

Wat als de verblijfsregeling niet wordt nageleefd?

Indien de ex-partners louter in onderlinge overeenstemming tot een verblijfsregeling waren gekomen, is er geen sprake van een verblijfsregeling die uitvoerbare kracht heeft. Er is namelijk geen verplichting om de overeenkomst over de verblijfsregeling voor te leggen aan de rechtbank, tenzij de ouders in kwestie gehuwd waren en een echtscheiding via onderlinge toestemming aanvragen. In dit laatste geval zal de verblijfsregeling voor de minderjarige kinderen steeds langs de rechtbank moeten passeren.

Mocht blijken dat de tussen ex-partners overeengekomen verblijfsregeling niet wordt nageleefd, kan elke ouder de familierechtbank activeren om op deze manier een rechterlijke beslissing te bekomen die de verblijfsregeling vastlegt. Het kan immers zijn dat er gewijzigde omstandigheden naar boven zijn gekomen dat er bezorgdheden bestaan in het milieu van één van de ouders. Het vonnis die de verblijfsregeling vastlegt zal dan uitvoerbare kracht hebben, zodat de ouder die de regeling niet naleeft sancties riskeert op zowel straf- als burgerrechtelijk vlak.

Maatregelen bij niet-naleving van de verblijfsregeling

Om tegemoet te komen aan de niet-naleving door één van de ouders zijn er verschillende mogelijkheden om toch de tenuitvoerlegging te bekomen.

Een eerste, vrijwel in onbruik geraakte, methode is de gedwongen tenuitvoerlegging via een gerechtsdeurwaarder. Dit is enkel mogelijk indien werd vastgesteld dat de verblijfsregeling in het verleden meermaals niet werd nageleefd, dat er een rechterlijke beslissing is die een belangenafweging heeft gedaan en dat de tenuitvoerlegging het laatste middel is om de naleving te waarborgen. Enkel hoogst uitzonderlijke omstandigheden staan toe dat deze methode wordt gebruikt.

Een tweede drukkingsmiddel betreft het opleggen van een dwangsom aan de ouder die zijn/haar verplichtingen niet nakomt. Indien is gebleken dat een ouder de verblijfsregeling systematisch niet naleeft, kan de rechter de naleving ervan koppelen aan een dwangsom die moet betaald worden per vastgestelde inbreuk. De rechter kan daarbij de begroting van de dwangsom bepalen, opdat het een voldoende druk legt op de ouder om toch de verplichtingen na te komen. Indien de betreffende ouder de verblijfsregeling daarna wederom niet naleeft, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot invordering.

Naast de bovenstaande maatregelen zijn ook nog begeleidende onderzoeksmaatregelen mogelijk, zoals het opstarten van een deskundigenonderzoek die de onderliggende problematieken onderzoekt. Instanties zoals bijvoorbeeld Triangel, Het Huis, CAW,… kunnen de rechtbank adviseren over de verblijfsregeling, nadat deze een uitvoerig onderzoek hebben gedaan over de omstandigheden binnen een familiale context.

Tot slot is de niet-naleving van een verblijfsregeling ook een misdrijf, waarbij een gevangenisstraf en/of boete kan worden opgelegd door de strafrechter.

Wenst u hierover meer informatie? Neem dan gerust contact op met ons via info@bannister.be of via 03/369.28.00. Ons team staat steeds klaar om u verder te helpen.

Reacties zijn gesloten.