Hoe woorden en mensen mij naar de advocatuur brachten.

Ik kom heel graag op de rechtbank. Zeker hier in Antwerpen, uiteraard. Dat is thuiskomen.

Als ik terugkijk op mijn carrière en de weg die me tot advocaat heeft gevormd, lijkt het bijna alsof alles altijd voorbestemd was. Maar dat is natuurlijk nooit echt zo. Mijn eerste stappen naar het advocatenleven begonnen niet in een rechtbank, maar in de lessen van het Jesuitencollege, waar ik al snel merkte dat cijfers en wiskunde niet mijn sterkste kant waren. Wat wél tot mijn vaardigheden behoorde, was taal. Spreken, overtuigen, communiceren – dat waren mijn krachten. Het werd me al snel duidelijk dat, wat ik ook zou gaan doen, het iets moest zijn waarbij ik mijn voeling voor taal kon inzetten.

Mijn eerste overwegingen gingen naar drie velden: onderwijs, communicatiewetenschappen, en rechten. Elk van die richtingen had voor mij een eigen aantrekkingskracht, maar zodra ik begon te kijken naar de mogelijkheden binnen rechten, voelde ik een klik. Niet alleen vanwege de veelzijdigheid van de wet, maar omdat ik altijd al wist dat ik, als ik voor rechten zou kiezen, advocaat wilde worden. Dat idee heeft me nooit verlaten.

Rechten is geen lichtzinnige keuze, het vereist vastberadenheid en toewijding. Toen ik eenmaal de beslissing nam om advocaat te worden, wist ik: dit is mijn pad. En als ik eenmaal een keuze maak, ga ik er radicaal voor. Die eigenschap heeft me ver gebracht in mijn carrière. Vanaf het begin heb ik me volledig toegewijd aan mijn studies en werk, altijd met het idee dat ik uiteindelijk als advocaat mensen zou kunnen helpen met mijn juridische kennis en communicatieve vaardigheden.


Één van de belangrijkste redenen om advocaat te worden, was om iets te kunnen betekenen voor anderen, op momenten dat zij dat het meest nodig hebben.

 

Wat me vooral aantrok in de advocatuur, is de breedte van het vakgebied. Je kunt je specialiseren in een specifiek rechtsgebied, maar je kunt ook kiezen voor een meer algemene aanpak, waarbij je voortdurend met verschillende onderwerpen in aanraking komt. Dat sprak me enorm aan. De ene dag werk je aan een contract, de volgende dag aan een familierechtelijk geschil. Die afwisseling maakt het vak dynamisch en zorgt ervoor dat ik nooit het gevoel heb vast te roesten in één type zaak.

Daarnaast was er altijd het menselijk aspect dat me aansprak. Advocatenwerk gaat niet alleen om winnen of verliezen, het gaat om mensen helpen in situaties die vaak complex en emotioneel beladen zijn. Voor mij is dat een van de belangrijkste redenen geweest om advocaat te worden: om iets te kunnen betekenen voor anderen, op momenten dat zij dat het meest nodig hebben. Advocatuur is voor mij nooit een droog, technisch vak geweest. Het is een beroep waarin empathie en recht hand in hand gaan.