Het slachtofferfonds uitgelegd

Afgelopen week sprak het Brusselse Hof van Assisen zich uit over de verzoeken tot schadevergoedingen naar aanleiding van de aanslagen in Brussel. Een totaalbedrag van 18 miljoen euro werd toegekend.[1] De vraag rijst echter of de veroordeelde daders de toegekende schadevergoeding effectief zullen uitbetalen. Toch hoeven slachtoffers niet in de kou te blijven staan; zij kunnen zich wenden tot de commissie voor financiële hulp.

Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden lijden vaak ernstige lichamelijke schade. De kosten lopen snel op: ziekenhuiskosten, revalidatie en mogelijke arbeidsongeschiktheid. Daarom kunnen slachtoffers een schadevergoeding aanvragen.

De cruciale vraag blijft of de veroordeelde partij die schade effectief zal betalen. Een veroordeling tot betaling door de rechtbank betekent immers niet dat iemand ook kan betalen. Bovendien worden daders niet altijd geïdentificeerd. Slachtoffers hebben dus geen garantie op een daadwerkelijke vergoeding en kunnen na hun fysiek of psychisch leed ook financieel getroffen worden.

Sinds 1 augustus 1985 bestaat daarom de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en occasionele redders. Deze commissie zorgt voor maatschappelijke solidariteit door te waarborgen dat slachtoffers de nodige vergoedingen ontvangen.

VOORWAARDEN

 
  • U lijdt ernstige lichamelijke of psychische schade, als gevolg van een opzettelijke gewelddaad (er zijn ook mogelijkheden voor naasten van personen die zulke schade geleden hebben, bijvoorbeeld als deze overleden zijn);
  • De opzettelijke daad werd gepleegd in België;
  • Het politieonderzoek of de strafrechtspleging heeft een resultaat opgebracht. In de meeste gevallen gaat het om een veroordeelde dader. Het kan ook gebeuren als er na een jaar onderzoek geen dader geïdentificeerd kon worden;
  • Het verzoek moet ingediend worden binnen de vijf jaar na het definitief worden van de veroordeling, of binnen de vijf jaar na de beslissing tot seponering of vaststelling dat de daders niet geïdentificeerd kunnen worden;
  • In het geval de dader bekend is, moet u zelf eerst geprobeerd hebben de schadevergoeding te ontvangen. Dit bijvoorbeeld door u burgerlijke partij te stellen;
  • Er zijn geen andere mogelijkheden om een vergoeding te verkrijgen. De tussenkomst is subsidiair. Andere mogelijkheden bestaan bijvoorbeeld uit een rechtsbijstandverzekering, een rechtstreekse betaling door de veroordeelde of de tussenkomst van het ziekenfonds.

HOE

 

Een formulier (dat beschikbaar is op de website van het fonds) moet ingevuld en verstuurd worden, waarna de commissie nagaat of aan alle voorwaarden voldaan is. Het formulier kan per (aangetekende) brief overgemaakt worden.

WAT

 

Er bestaan verschillende soorten financiële hulp. De hoofdhulp betreft een tegemoetkoming voor alle geleden schade. Daarnaast is er noodhulp voor situaties waarin de financiële druk zo hoog is dat een eindbeslissing niet afgewacht kan worden. Deze hulp kan provisioneel worden toegekend, in afwachting van het verdere onderzoek.

Er bestaat ook aanvullende en uitzonderlijke hulp.

HOEVEEL

 

De financiële tegemoetkoming is geplafonneerd.

Voor noodhulp is het maximumbedrag 30.000,00 EUR, voor aanvullende hulp, noodzakelijke en hoofdhulp bedraagt het maximumbedrag 125.000,00 EUR.

Als u verdere vragen heeft over het slachtofferfonds, als u slachtoffer bent geworden van opzettelijke gewelddaden zonder dat er een dader werd geïdentificeerd, als u een aanvraag wenst te doen bij het fonds, … dan kan u ons bereiken op info@bannister.be of op 03.369 28 00.

[1] https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/11/07/in-totaal-ruim-18-miljoen-aan-schadevergoedingen-toegekend-in-te/