Een vreemde eend in de bijt: het verbod op en de bestraffing van het illegaal uitzetten van wild
Op 5 augustus 2024 kopte De Standaard: ‘Onderzoek naar steenrijke familie voor illegaal uitzetten van eenden voor jacht’. De familie Emses, hoofdaandeelhouder van zandwinningsbedrijf Sibelco, zou de opdracht gegeven hebben tot het uitzetten van honderden eenden in natuurgebied De Maat in Mol. Doel was om er later jacht op te maken.
Het Agentschap Natuur en Bos heeft bevestigd dat er een onderzoek loopt en dat het een proces-verbaal opmaakte. Het kweken en uitzetten van wildsoorten om er vervolgens op te jagen is immers nefast voor de biodiversiteit en bijgevolg ook verboden.
Verbod
Het verbod op het illegaal uitzetten van wild om er nadien op te jagen is niet opgenomen is het Strafwetboek maar vloeit voort uit bijzondere wetgeving.
Meer concreet is het verbod opgenomen in het Vlaams Jachtdecreet van 24 juli 1991.
Daarin staat expliciet het volgende: “Het is te allen tijde en overal verboden wild uit te zetten”.
De enige uitzondering die in dit opzicht bestaat, heeft betrekking op de situatie waarin wild uitgezet wordt met het oog op het behoud van wildsoorten.
Of het uitzetten van wilde dieren noodzakelijk is voor het behoud van bepaalde soorten wild en hoeveel dieren er waar uitgezet mogen worden, is een beslissing die bij de Vlaamse regering ligt.
Sancties
In de regel is het uitzetten van wild aldus verboden met als gevolg dat illegaal uitzetten ervan bestraft wordt.
De sancties zijn niet opgenomen in het Vlaams Jachtdecreet maar in het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 en het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Het Jachtvoorwaardenbesluit omvat in dit opzicht één (relatief strenge) sanctie, wanneer er op illegale wijze wild uitgezet wordt.
Dat besluit stelt immers voorop dat het Agentschap Natuur en Bos bij beslissing de jacht op een kleinwildsoort kan sluiten in het volledige werkingsgebied van een bepaalde wildbeheereenheid (i.e. een samenwerkingsverband tussen jachtrechthouders), in een deel van het werkingsgebied van een bepaalde wildbeheereenheid of in het jachtterrein van een onafhankelijke jachtrechthouder.
Het Decreet van 5 april 1995 bevat op zijn beurt meer algemene bestuurlijke en strafrechtelijke sancties.
Wat betreft die laatste categorie kan aan de persoon die illegaal wild uitgezet heeft een gevangenisstraf tot twee jaar en/of een geldboete tot 250.000 EUR opgelegd worden.
Deze straffen worden in sommige gevallen – wanneer een beschermde habitat aangetast wordt bijvoorbeeld – verder verhoogd.
Daarnaast kan de rechter de verantwoordelijke persoon ook nog bevelen om de plaats in de oorspronkelijke toestand te herstellen, het strijdige gebruik te staken of aanpassingswerken uit te voeren.
Ingeval u vragen heeft over het verbod op het uitzetten van wild en de bestraffing ervan? Onze experten informeren jou graag! Contacteer ons via info@bannister.be of via 03 369 28 00.