Een nieuw tijdperk voor ons Belgisch strafrecht?
Het Strafwetboek dat werd opgemaakt in 1867 vormt tegenwoordig nog steeds de basis voor ons huidig Strafrecht. Onze samenleving is uiteraard sterk gewijzigd sinds dan, dus het staat buiten kijf dat dit Strafwetboek niet meer beantwoordt aan onze hedendaagse maatschappelijke noden.
Er werden al heel wat pogingen ondernomen voor een hervorming, steeds zonder concreet succes. Nu komt er toch opnieuw schot in de zaak; het voorstel voor een nieuw Strafwetboek werd immers goedgekeurd door de ministerraad.
Het nieuw Strafwetboek zal helder en samenhangend geformuleerd zijn, in tegenstelling tot ons huidige, moeilijk leesbare, Strafwetboek dat het gevolg is van willekeurig oplapwerk doorheen de jaren. Volgens minister Van Quickenborne zal het nieuw Strafwetboek gebaseerd zijn op drie fundamenten: sneller, menselijker en straffer.
- Onder “sneller” kan worden verstaan dat het strafrecht een heldere en eenvoudige structuur zal aannemen, waarbij alle strafbepalingen zullen worden ingedeeld in acht strafniveaus. Hoe hoger het niveau waaronder de strafbepaling zich bevindt, hoe hoger de mogelijke straffen. Er zal dus géén onderverdeling meer zijn tussen overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Feiten die onder het laagste niveau vallen zullen niet meer kunnen worden bestraft met een gevangenisstraf, maar zullen op een andere en effectievere manier worden geremedieerd. Steeds zal de nadruk worden gelegd op de individuele afweging die moet gebeuren bij het beoordelen van de strafmaat.
- Daarnaast zal het strafrecht menselijker worden. Er wordt afgezien van de principes van vergelding en boetedoening met gevangenisstraffen als “go-to” straf, maar plaats worden gemaakt voor “straffen op maat”. De straffen zullen ook dynamischer worden, met meer ruimte voor verandering. Straffen zoals het rijverbod en het beroepsverbod, maar ook straffen zoals de werkstraf en elektronisch toezicht, zullen breder kunnen toegepast worden. De rechter zal ook verplichte probatiestraffen kunnen opleggen. Voorlopig moet de veroordeelde hier nog akkoord mee gaan. Er wordt ook een nieuwe straf ingevoerd, de verplichte behandeling met opsluiting, die een oplossing aanreikt voor daders met een verminderde, maar niet volledig afwezige, toerekeningsvatbaarheid.
- Ten slotte wordt het nieuw strafrecht straffer. De huidige gedateerde strafbaarstellingen en strafmaten zijn volledig achterhaald en moeten opnieuw in overeenstemming worden gebracht met onze hedendaagse maatschappelijke normen en waarden. Het vernieuwde hoofdstuk over het seksueel strafrecht dat ondertussen al is ingevoerd, vormde reeds het startschot.
Intrafamiliaal geweld wordt onder andere grondig herzien, zo zal (ex-)partnergeweld in de toekomst strenger bestraft worden.
Daarnaast zal discriminatie als aanleiding tot een misdrijf als verzwarende omstandigheid worden beschouwd. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan genderidentiteit en genderexpressie, wat tot nu toe nog niet het geval was.
Er was ook nood aan regelgeving in het kader van zelfdoding. Zo zal aanzetting tot zelfdoding, zowel van psychische als materiële aard, strafbaar worden.
Een eenvoudiger systeem zal worden gehanteerd voor geldboetes voor rechtspersonen. Zij vallen nu, net zoals natuurlijke personen, onder de acht strafniveaus. Wat verschillend blijft is dat geldboetes voor rechtspersonen wel als hoofdstraf kunnen blijven gelden.
Ecocide zal ook worden geïntroduceerd als misdrijf in ons Strafwetboek. Het begrip ecocide kan als volgt worden omschreven: “de strafbaarstelling van het doelbewust veroorzaken van grootschalige ecologische ramp”.
Naast bovengenoemden, zullen er nog heel wat veranderingen en nieuwigheden worden ingevoerd, wat ons strafrechtelijk landschap sterk zal transformeren.
Kortom zal de archaïsche klemtoon die het Strafwetboek had, worden bijgewerkt en aangepast aan het tijdperk waarin we nu leven.
Let wel op, het nieuw Strafwetboek staat nog onder constructie, wat betekent dat voorlopig ons huidig Strafwetboek nog van toepassing is. Hoewel dat onze wetgevers nu al toejuichen dus iets te vroeg is, belooft dit wel een toekomst voor het Belgisch strafrecht dat onze maatschappij beter weerspiegelt.