Coronacrisis: de impact op uw onderneming indijken

Met de invoering van verregaande maatregelen wordt duidelijk dat het coronavirus een belangrijke impact heeft en ons als mens voor verantwoordelijkheden en uitdagingen plaatst. Bij uitbreiding is nu reeds duidelijk dat de gevolgen voor ondernemingen evenzeer ernstig zijn en nog enige tijd zullen doorwegen.

In dit bericht brengen we u op de hoogte van enkele bestaande of zopas ingevoerde steunmaatregelen en van enkele juridische tips die kunnen helpen om de impact van de coronacrisis voor uw onderneming in te dijken:

• De termijn voor het indienen van de aangifte in de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting en de belasting ‘niet-inwoners vennootschappen’ wordt verlengd van 16 maart 2020 tot 30 april 2020. Deze bijkomende termijn geldt alleen voor de aangiften met een uiterste indieningdatum van 16 maart tot en met 30 april 2020;

• Ook de termijnen voor het indienen van de btw-aangiften worden verlengd als       volgt:

o Periodieke aangiften:
 Aangifte over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020;
 Aangifte over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020;
 Aangifte over 1ste kwartaal 2020 (of bij kwartaalaangifte), termijn verlengd         tot 7 mei 2020

o Intracommunautaire opgaven:
 Opgave over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020;
 Opgave over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020;
 Opgave over 1ste kwartaal 2020 (of bij kwartaalaangifte), termijn verlengd tot     7 mei 2020;

o De termijn voor het indienen van de jaarlijkse klantenlisting is verlengd tot 30   april 2020;

• Verder wordt ook op het vlak van de betaling van de btw en de bedrijfsvoorheffing ademruimte geboden door middel van een algemeen uitstel van betaling van 2 maanden:

o Voor de btw:
 Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 20 mei         2020;
 Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 20 juni            2020;
 Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 20        juni 2020;

o Voor de bedrijfsvoorheffing:
 Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 13 mei           2020;
 Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 15 juni 2020;
 Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 15         juni 2020;

• Voor de betaling van zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting zal automatisch, bovenop de normale betaaltermijn en zonder aanrekening van nalatigheidsintresten, een bijkomende termijn van 2 maanden worden toegekend. Deze maatregel geldt voor de afrekening van deze belastingen voor het aanslagjaar 2019 die gevestigd worden vanaf 12 maart 2020.

• Ondernemingen kunnen beroep doen op de mogelijkheid om steunmaatregelen te vragen aan de FOD Financiën via https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/steunmaatregelen-betreffende-het-coronavirus-covid-19 en het formulier dat op deze website ter beschikking wordt gesteld. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan bijkomende betalingsfaciliteiten, vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boetes wegens laattijdige betaling. Aanvragen moeten uiterlijk op 30 juni 2020 worden ingediend.

• Zelfstandigen kunnen uitstel verkrijgen voor de betaling van hun voorlopige sociale bijdragen van de eerste twee kwartalen van 2020, zonder dat daarbij verhogingen van 3% of 7% worden aangerekend. De bijdragen voor het eerste kwartaal van 2020 moet worden betaald op 21 maart 2021. De bijdragen voor het tweede kwartaal van 2020 moet worden betaald voor 30 juni 2021. Deze maatregel geldt bovendien voor de regularisatie van de sociale bijdragen waarvan de betalingstermijn werd vastgelegd op 31 maart 2020. De zelfstandige die van dit uitstel van betaling van een van of al deze bijdragen wil gebruikmaken, moet voor 15 juni 2020 een schriftelijke aanvraag indienen via zijn sociale zekerheidsfonds. Meer informatie via: https://www.rsvz.be/nl/news/moeilijkheden-door-het-coronavirus.

• Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten die zich omwille van het coronavirus genoodzaakt zien om hun zelfstandige activiteit te onderbreken of stop te zetten, kunnen onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het overbruggingsrecht. Daardoor behoudt men verworven rechten op een zorg- en arbeidsongeschiktheidsuitkering tot 4 kwartalen zonder dat bijdragen hoeven te worden betaald en kan een uitkering worden verkregen worden voor maximaal 12 maanden (maandelijks zonder gezinslast: 1.291,69 euro, maandelijks met gezinslast: 1.614,10 euro).

• Ondernemingen en zelfstandigen kunnen bestaande schulden door middel van een overbruggingskrediet laten waarborgen door PMV (Participatie Maatschappij Vlaanderen). De bestande waarborgregeling bij PMV wordt dit jaar uitgebreid voor de financiering tot 12 maanden. Hierdoor kunnen ondernemingen en zelfstandigen in deze crisisperiode ook voor bestaande niet-bancaire leveranciersschulden (tot 12 maanden oud) een overbruggingskrediet laten waarborgen door PMV. Meer informatie via: www.pmvz.eu/corona-uitbreiding.

De hinderpremie wordt voorzien voor ondernemingen en zelfstandigen die getroffen zijn door de coronamaatregelen. Deze ondernemers die getroffen zijn door een volledige sluiting bekomen een eenmalige premie van 4.000,00 EUR en als ze na 21 dagen hun zaak nog moeten sluiten een vergoeding van 160,00 EUR per dag. Voor ondernemingen die in het weekend moeten sluiten is er een eenmalige premie van 2.000,00 EUR en als ze na 21 dagen hun zaak nog moeten sluiten, krijgen ze een vergoeding van 160,00 EUR per dag. Meer informatie via: https://www.vlaio.be/nl/begeleiding-advies/moeilijkhedencoronavirus/specifieke-maatregelen-mbt-het-coronavirus/corona.

• De coronacrisis kan gelden als een geval van overmacht. Overmacht wordt doorgaans omschreven als een “een onvoorzienbare en onvermijdbare gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar en die een onoverkomelijk beletsel uitmaakt voor de nakoming van een verbintenis”. Zowel de coronacrisis en haar diverse gevolgen zelf als een beslissing van de overheid (zoals de recente maatregelen) daaromtrent kunnen dus gelden als overmacht. Overmacht kan voor iedere contractspartij een grond zijn om een overeenkomst te beëindigen of om contractuele verbintenissen (betaling, levering) op te schorten. In eerste instantie moet worden nagegaan of er een contractuele grondslag bestaat om overmacht in te roepen, dit kan een daadwerkelijk contract zijn of de algemene voorwaarden van een contractspartij. Vaak bevatten contracten en/of algemene voorwaarden een beding dat de voorwaarden en/of de gevolgen van overmacht (“force majeure”) regelt. Als er geen contractuele grondslag bestaat, moet het bestaan van overmacht als bevrijdingsgrond worden beoordeeld op basis van de wettelijke voorwaarden (zie voorgaande definitie).

• Het kan een goed idee zijn om zeker nu in transacties een eigendomsvoorbehoud (op verkochte goederen) of een pandrecht (op een goed van de schuldenaar) te bedingen om het financieel risico in te dekken. Beide zaken vereisen een adequate contractuele grondslag. Indien u hieromtrent meer informatie wenst, kan u gerust contact opnemen met mr. Christophe Van Mechelen of mr. Roeland Vanstaen (contactgegevens onderaan).

• De actuele omstandigheden vragen dat, op korte termijn in de mate van het mogelijke, kort op de bal wordt gespeeld. De continuïteit van ondernemingsactiviteiten en de omzet moeten worden verzekerd, bijvoorbeeld door het diversifiëren of heroriënteren van het aanbod in functie van de omstandigheden, het in kaart brengen van lopende bestellingen/verplichtingen, enz. Bedrijfseconomische processen kunnen zo efficiënt mogelijk worden gestroomlijnd om op de gewijzigde en wijzigende omstandigheden in te spelen (procedures van bestelling, betaling, levering, enz.). Vaste en variabele kostenposten moeten eens te meer in kaart worden gebracht en waar nodig en mogelijk gerationaliseerd worden. Communiceer tijdig en transparant met klanten, leveranciers en financiële stakeholders over eventuele faciliteiten of maatregelen, zoals bijvoorbeeld een uitstel van betaling. Indien nodig moet aan externe financiering of ondersteuning worden gedacht.

• Indien nodig kan beroep worden gedaan op de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Wanneer de continuïteit van de onderneming op de helling staat, kan de rechtbank een bescherming toekennen in de vorm van een betalingsopschorting van initieel maximaal 6 maanden (eventueel verlengbaar). Tijdens de opschorting wordt ofwel gewerkt aan een reorganisatieplan en collectief of individueel akkoord met de schuldeisers ofwel aan een overdracht van het geheel of een deel van de onderneming aan een derde onder gerechtelijk gezag. Deze procedure is een nuttig instrument om een doorstart te faciliteren als er geen andere uitweg is.

Bij Bannister staan Mr. Christophe Van Mechelen en Mr. Roeland Vanstaen paraat om u met raad en daad te begeleiden in het opvangen van de bedrijfseconomische en juridische gevolgen van de coronacrisis. We helpen u graag bij het in kaart brengen en zo veel mogelijk oplossen van de zorgen en werkpunten waarmee ondernemingen geconfronteerd (zullen) worden. Wij wensen u ondertussen eerst en vooral een goede gezondheid en veel moed en optimisme in het bestrijden van de coronacrisis.

Antwerpen, 19 maart 2020

Christophe Van Mechelen (christophe.vanmechelen@bannister.be)
Partner
Bannister Advocaten

Roeland Vanstaen (roeland.vanstaen@bannister.be)
Advocaat / Junior-partner
Bannister Advocaten